Weger
m. (-s), (scheepsb.) plank of plaat, tegen het binnenoppervlak der inhouten geplaatst, in de richting: van voren naar achteren.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), (scheepsb.) plank of plaat, tegen het binnenoppervlak der inhouten geplaatst, in de richting: van voren naar achteren.
Wiktionary (2019)
weger - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) iemand wiens beroep het is te wegen 2. (gereedschap) instrument om mee te wegen weger - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegeren ♢ Ik weger 2. gebiedende wijs van wegeren ♢ weger!...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
weger - zelfstandig naamwoord uitspraak: we-ger 1. toestel om mee te wegen ♢ met deze weger kun je je koffer wegen 2. iemand die weegt ♢ de weger woog 200 gram voor me af Zelfstandig...
J.H. van Dale (1898)
Het begrip weger heeft 2 verschillende betekenissen: 1. weger - WEGER - m. (-s), die weegt. 2. weger - WEGER - m. (-s), (zeew.) plank of plaat, tegen het binnenoppervlak der inhouten geplaatst, in de richting van voren naar achter.
I.M. Calisch (1864)
Weger, m. (-s), die weegt; (zeew.) scheepsbinnenplank. *-EN, bw. gel. (ik wegerde, heb gewegerd), wegers aanbrengen, een schip van binnen beplanken. *-ING, v. al de planken waarmede de romp van een schip van binnen is bekleed.
Jacob van Lennep (1865)
z.n.m. - Plank of plaat, tegen het binnen-oppervlak der inhouten geplaatst, in de richting van voren naar achter. Kimweger (die door de uiteinden der vrangen van elk spant heenloopt.) Vlakweger, buikweger (die tusschen de kimwegers en de wegers van het zaadhout aangebracht worden.) Tusschenkimwegers (die over de uiteinden der halve vrangen en de on...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: