Wat is de betekenis van Weger?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Weger

m. (-s), (scheepsb.) plank of plaat, tegen het binnenoppervlak der inhouten geplaatst, in de richting: van voren naar achteren.

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

weger

weger - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) iemand wiens beroep het is te wegen 2. (gereedschap) instrument om mee te wegen weger - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegeren ♢ Ik weger 2. gebiedende wijs van wegeren weger!...

2025-07-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

weger

weger - zelfstandig naamwoord uitspraak: we-ger 1. toestel om mee te wegen ♢ met deze weger kun je je koffer wegen 2. iemand die weegt ♢ de weger woog 200 gram voor me af Zelfstandig...

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

weger

m. wegers (iem., die weegt; scheepst. z. w e g e r e n).

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

weger

('we:gər) m. (–s) hij die weegt.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Weger

m. (-s), (scheepsbouw) plank of plaat, tegen het binnenoppervlak van de inhouten geplaatst.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Weger

Het begrip weger heeft 2 verschillende betekenissen: 1. weger - WEGER - m. (-s), die weegt. 2. weger - WEGER - m. (-s), (zeew.) plank of plaat, tegen het binnenoppervlak der inhouten geplaatst, in de richting van voren naar achter.

2025-07-25
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Weger

Weger, m. (-s), die weegt; (zeew.) scheepsbinnenplank. *-EN, bw. gel. (ik wegerde, heb gewegerd), wegers aanbrengen, een schip van binnen beplanken. *-ING, v. al de planken waarmede de romp van een schip van binnen is bekleed.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Weger

z.n.m. - Plank of plaat, tegen het binnen-oppervlak der inhouten geplaatst, in de richting van voren naar achter. Kimweger (die door de uiteinden der vrangen van elk spant heenloopt.) Vlakweger, buikweger (die tusschen de kimwegers en de wegers van het zaadhout aangebracht worden.) Tusschenkimwegers (die over de uiteinden der halve vrangen en de on...