Wat is de betekenis van weekheid?

2025-07-22
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

weekheid

weekheid - Zelfstandignaamwoord 1. het week zijn Woordherkomst afgeleid van week met het achtervoegsel -heid Verwante begrippen murwheid, zachtheid

2025-07-22
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Weekheid

s., weakens.

2025-07-22
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

weekheid

('we:kheit) v. het week (II I) zijn inz. 1. (1): de van brood. 2. (5): de van zijn hart. 3. (6): de van zijn levenswijze. 4. (7): van inborst.

2025-07-22
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Weekheid

v., 1. toestand of eigenschap van week te zijn; 2. weekhartigheid; 3. verwijfdheid; gebrek aan veerkracht.

2025-07-22
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten