Wat is de betekenis van WEEDOM?

2025-07-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

weedom

smart; lyding, pyn.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

weedom

m. (smart, lijden, droefheid).

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

weedom

(’we:dom) m. smart, lijden, droefheid, verdriet.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

WEEDOM

WEEDOM - m. smart, lijden; onheil; droefheid, verdriet.

2025-07-25
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Weedom

Weedom, o. gmv. smart, lijden; onheil; droefheid, verdriet.