Wat is de betekenis van wederlegbaar, weerlegbaar?

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wederlegbaar, weerlegbaar

bn. (wederlegd kunnende worden): dat bewijs is niet wederlegbaar, te ontzenuwen.

Gerelateerde zoekopdrachten