webben
(1995) (comp.) gebruik maken van het Wereldwijde Web of internet. • Ik begin mij stilaan te ergeren hier op de universiteit waar iedereen een ganse dag lult over internet. Ik heb zelf al gewebd en ik vind het niet zo bijzonder. (Wave, april 1995) • Ze surfen en webben en droppen en waven en raven net zo heavy als de kids waarvoor ze werk...