Wat is de betekenis van waterspuwer?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Waterspuwer

m. (-s), buis om water af te voeren uit goten of van daken, in de vorm van een spuwende kop.

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

waterspuwer

waterspuwer - Zelfstandignaamwoord 1. (bouwkunde) korte buis aan het einde van de dakgoot voor het afvoeren van regenwater 2. (bouwkunde) bouwornament ter verfraaiing van het einde van de goot Woordherkomst samenstelling van water en spuwer Synoniemen gargouille Verwante begrippen dakgoot, regenbuis, regenpijp...

2025-07-25
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

waterspuwer

Een waterspuwer is een onderdeel van een dakgoot; een gedeelte van de goot steekt zo ver uit dat het regenwater, met een boog, vrij van de muur naar beneden valt; bij de Grieken (zie Grieken (2)) in de vorm (1) van een leeuwekop; in de gotiek vaak in de vorm van fabeldieren en demonen.

2025-07-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Waterspuwer

natuursteenen, versierde uitbouw aan de goten en steunbeeren van Gotische kerken tot afvoer van het regenwater ofwel rechtstreeks uit de goten van de zijbeuken ofwel langs de luchtbogen uit de goten van den middenbeuk; gewoonlijk hebben ze den vorm van een grijnzenden of fantastischen menschen- of dierenkop. Voorbeelden zijn zeer talrijk aan de Fra...

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

waterspuwer

m. (—s) waterafvoerder uit een goot enz. in de vorm van een spuwende kop.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

waterspuwer

m. (-s), ➝ spuwer.

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)