Wat is de betekenis van Wasdag?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wasdag

m. (-en), dag waarop men de was pleegt te doen.

2025-07-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Wasdag

s., wask(ers)dei.

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wasdag

m. wasdagen (dag voor de was in een huishouden).

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

wasdag

m. (-en) dag waarop men de was doet.

2025-07-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-23
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)