Wasbak
m. (-ken), bak waarin men zich of iets wast of uitwast.
Wiktionary (2019)
wasbak - Zelfstandignaamwoord 1. een bassin waarin gewassen kan worden ♢ Doe de afwas maar in de wasbak. Woordherkomst samenstelling van was en bak Synoniemen wastafel
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
wasbak - zelfstandig naamwoord uitspraak: was-bak 1. bak waarin men iets wast, of zichzelf wast ♢ ik waste mijn sokken uit in de wasbak Zelfstandig naamwoord: was-bak de wasbak de wasbak...
J. van Donselaar (1936)
(de, -ken), 1. gootsteen. Ik sta in de kamerdeur en jij met je rug naar me toe, bij de wasbak (Ferrier 1968: 55). 2. vaste wastafel. Ik heb boven de wasbak in mijn kamer staan huilen (Ferrier 1968: 111). - Etym.: AN w. = bak waarin of waarboven men zich of iets wast, dus ook de SN bet., maar men gebruikt dan i.h.a. de onderscheidene woorden.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: