Wat is de betekenis van Was, groei?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Was, groei

m., 1. groei (in de alg. t. w. g.); — (zegsw.) de was in de benen hebben, een zekere stramheid, toegeschreven aan de groei; groot, klein van was zijn, van gestalte ; — wijze waarop iets gegroeid is, ook gezegd van mineralen : een steen splijt volgens zijn was ; 2. aanzwelling ; stijging van de waterstand : er is...

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Was, groei

m., groei; aanzwelling; stijging van de waterstand: er is was, groei op de rivieren.