wachtte af
wachtte af - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van afwachten ♢Ik wachtte af ♢Jij wachtte af ♢Hij, zij, het wachtte af
Wiktionary (2019)
wachtte af - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van afwachten ♢Ik wachtte af ♢Jij wachtte af ♢Hij, zij, het wachtte af
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: