Wat is de betekenis van vroongeld?

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vroongeld

o. -en: belasting in geld, den heer te betalen.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vroongeld

o. (-en) Eert. geld dat men in plaats van vroondienst kon betalen.

Gerelateerde zoekopdrachten