Wat is de betekenis van VROMIGHEID?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vromigheid

v., vroomheid, thans alleen ongunstig.

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vromigheid

v.: godsdienstigheid, vroomheid: vrome levenswijze; handeling, die blijk geeft van vroomheid; vero. dapperheid.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vromigheid

v. (...heden) 1. Eig. het → vroom zijn. 2. Metn. vrome daad.

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VROMIGHEID

VROMIGHEID - v. (...heden), vrome levenswijze, vrome handeling.

2025-07-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten