Vroedschap
(-pen), (gesch.) 1. v., stedelijke regering, raad; 2. m., lid van een college als onder 1.: vroedschap Van Putten was een hevig patriot (Haverschmidt).
Van Dale Uitgevers (1950)
(-pen), (gesch.) 1. v., stedelijke regering, raad; 2. m., lid van een college als onder 1.: vroedschap Van Putten was een hevig patriot (Haverschmidt).
Meindert Schroor PhH (2016)
Stedelijk college, te zien als vertegenwoordiging van de gegoede burgerij; een oudere naam is gezworen gemeente. De vroedschap, met meestal enige tientallen leden, vulde zichzelf aan door coöptatie; normaal gesproken zat men voor het leven. Vroedslieden moesten de gereformeerde godsdienst zijn toegedaan en voldoen aan zekere eisen van gegoedheid. D...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)
Vroedschap - Al in de 14de eeuw werd het gebruikelijk "de wijshede, vroetscippe, ende rijchede" samen te roepen, welk college zich allengs consolideerde tot een aantal van 24. In 1477 werd dit tot 36 uitgebreid, het beroemde getal, dat zich meer dan drie eeuwen lang heeft gehandhaafd. Macht had de vroedschap in geen enkel opzicht. Zij was een advis...
Liek Mulder (1994)
Vroedschap [Middelned. vroed, wijs], vertegenwoordiging van de middeleeuwse burgerij in het bestuur van de stad. De functies van → schout en → schepenen, die oorspronkelijk het rechtsprekend en besturend college vormden, werden tot de rechtspraak beperkt. Het bestuur van de stad kwam in handen van poortmeesters en vestmeesters, die raden of burgeme...
Jan Meulendijks (1993)
stedelijke regering V.S.O.P. V(ery) S(uperior) O(ld) P(ale); kwaliteitsaanduiding voor cognac
H.W.J. Volmuller (1981)
in de Nederlanden de vertegenwoordiging van de middeleeuwse burgerij in het stadsbestuur. Oorspronkelijk waren → schout en → schepenen namens de graaf het rechtsprekend en besturend college; later beperkten zij zich tot de rechtspraak en kwam het bestuur aan poortmeesters en vestmeesters. die gewoonlijk raden. later burgemeesteren genoemd...
Winkler Prins (1949)
de stedelijke raad in de Ned. gewesten vóór 1795, die met burgemeesteren en schepenen het bestuur uitoefende.
M. J. Koenen's (1937)
v. -schappen: stedelijke regering in de dagen der Ned. republiek, vero.; licht ir.: gemeenteraad.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: