Vrijstelling
v. (-en), 1. het vrijstellen ; 2. het vrijgesteld-zijn ; 3. geval van vrijstellen, gelegenheid dat iem. vrijgesteld wordt: vrijstellingen worden niet verleend ; opzicht waarin men vrijgesteld is : hij had bij het mondeling examen een vrijstelling voor wiskunde; 4. bewijs dat men vrijgesteld is.