Wat is de betekenis van Vrijschepen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vrijschepen

m. (-en), (hist.) lid v.e. veemgericht.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vrijschepen

m. -en; gesch. lid van het veemgericht: een vrijschepen heette ook wetende of ingewijde.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vrijschepen

(’vrij) m. (-en) Eert. lid van een veemgericht.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vrijschepen

m. (-en), (hist.) veemrechter.

Gerelateerde zoekopdrachten