Wat is de betekenis van Vriesea?

Vriésea Hassk. [J. K. Hasskarl] / Vriésea Lindl. [J. Lindley], genoemd naar W. H. de Vriese (zie devriesĕi).

naar H. W. de Vriese, 1806-1862; eerst hoogleraar in de plantkunde te Amsterdam, later te Leiden; medeoprichter van de Nederlandse Botanische Vereniging (1845); bereisde Nederlands-Indië

Ldl., plantengeslacht uit de familie der Bromeliaceeën met ioo soorten in Zuid-Amerika, meest epiphyten met een korte stam, gaafrandige bladen, een aar met s rijen grote bracteeën op een bladerloze steel en bloemen met kelkbladen, die even lang zijn als de van binnen 2 schubjes dragende kroonbladen, vrije meeldraden en een b...

Vriesea - plantengeslacht der Bromeliaceeën, met 90 soorten in Z.-Amerika. Het zijn epiphyten, waarvan de bladeren een roset vormen. Al naar de soort zijn de bladeren 20—100 c.M. lang en 4—15 c.M. breed; ze zijn stengelomvattend, gootvormig met omgebogen top en veelal gladrandig. Bij V. splendens hebben zij breede, donkerpaarse dwarsstrepen, bij V....

plantengeslacht uit de familie Bromeliaceae, met ca. 200 soorten epifytische rozetvormende planten uit tropisch Middenen Zuid-Amerika. De lijnen gootvormige bladeren kunnen tot 1,5 m lang worden; vaak zijn zij kleurig getekend door dwarsstrepingen of vlekken. Na de bloei sterft de rozet, terwijl van te voren aan de voet nieuwe rozetjes gevormd zijn...