Vrees
in hog. st. VREZE, v. (vrezen), 1. ontzag, eerbied : (spr.) de vreze des Heren is het beginsel der wijsheid ; 2. angstig gevoel voor iets dreigends, beduchtheid : iemand vrees aanjagen ; vrees koesteren ; de vijanden verspreidden vrees en schrik; in angst en vrees zitten; vrees voor spoken, voor onweer; een ridder zonder vrees of blaam; geg...