Vrang
v. (-en), 1. (scheepsb.) middenstuk van een spant; 2. (Zuidn.) slinger (v. e. koffiemolen e. d.).
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), 1. (scheepsb.) middenstuk van een spant; 2. (Zuidn.) slinger (v. e. koffiemolen e. d.).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jacob van Lennep (1865)
z.n.v. - Het middel- of buikstuk van elk spant, dat in de kiel en binnenkiel rechthoekig sluit. Halve vrang van het groot spant. De voet, kiel, onderkant van een scherpe vrang. Vlakke, platte, scherpe vrangen. Half scherpe vrangen, ingetrokken vrangen. Vrangen van het vlak, middelvrangen. Vrangen van een kattespoor. Halve vrangen der kattesporen. G...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: