Wat is de betekenis van vouwer?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vouwer

m., VOUWSTER, v. (-s), iem. die vouwt.

2025-07-29
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

vouwer

vouwer - Smalle, dunne instrumenten, gewoonlijk met spits toelopende randen en ronde of spits toelopende uiteinden, gebruikt voor vouwen, gladstrijken, polijsten en andere bewerkingen.

Gerelateerde zoekopdrachten