Wat is de betekenis van vors?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vors

m. (-en), (gew., dicht.) kikvors; — (scherts.) een vors in de keel hebben, hees zijn.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vors

vors - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vorsen ♢ Ik vors 2. gebiedende wijs van vorsen vors! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vorsen vors je?

2025-07-28
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

vors

(bn) vers BM, EK, HP, LC, TM.

2025-07-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

vors

prins, regeerder, opperhoof van ‘n ryk; nok; gevors, ondersoek doen na, naspoor.

2025-07-28
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

vors

(= vor das), voor de, voor het.

2025-07-28
Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

VORS

zie Kikvors.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vors

m. -en; kikvors.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vors

m. (-en; -je) kikvors : een -je in de keel hebben, hees zijn.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

vors

vors zn. 'kikker' Mnl. vorsch 'kikker', als uorsg [1240; Bern.], in in den vorsche 'bij de kikker' [1270-90; VMNW]. Mnd. vorsch; nfri. froask; oe. forsc, frosc, frox (ne. dial. frosh, frosk); ohd. frosc (nhd. Frosch); on. froskr (nzw. vero. frosk...