voraus
vooruit; voorop; im voraus, zum vooruit, voorshands, bij voorbaat; er war den anderen 10 m voraus, hij was de anderen 10 meter voor.
Dr. H. W. J. Kroes (1951)
vooruit; voorop; im voraus, zum vooruit, voorshands, bij voorbaat; er war den anderen 10 m voraus, hij was de anderen 10 meter voor.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: