Vonk der ziel
God houdt als Schepper den mensch al den tijd van zijn bestaan in stand. Hij, Die aldus in den mensch werkzaam is, wiens werken en wezen één is, woont aldus in den mensch als de diepste grond van zijn bestaan. De mensch als kennend wezen kan dezen grond van zijn bestaan in zichzelven kennen. Hij moet zich zijn wortelen in God, zijn vo...