Volgend
bn., die of dat na iets of iem. komt: de volgende dag ; de volgende patiënt; het volgende gesprek, dat nu verhaald zal worden ; — zelfst.: het volgende, wat volgt.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., die of dat na iets of iem. komt: de volgende dag ; de volgende patiënt; het volgende gesprek, dat nu verhaald zal worden ; — zelfst.: het volgende, wat volgt.
Wiktionary (2019)
volgend - Bijvoeglijk naamwoord 1. dat later komt ♢ Volgend jaar, de volgende'' auto. volgend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanvolgen
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
volgend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: vol-gend 1. wat erna komt ♢ dinsdag was ik ziek maar de volgende dag was ik weer beter 1. tot de volgende keer [de keer na deze keer] ...
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj., folgjend; -e keer, oare kear; de -e morgen, dag, week, de oare moarns, deis, wyks; -e week, (yn) nije wike; - jaar, takomme, (o)ankomme jier.
M. J. Koenen's (1937)
1. bn. (naderhand komend): de volgende bladzijde; de volgende dag; volgend op; 2. zn. volgende, o.: ik geef u het volgende in overweging.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., 1. die of dat erna komt: de volgende patiënt; zelfst.: het volgende, wat volgt; 2. verder: de dan volgende ontwikkeling.
J.H. van Dale (1898)
VOLGEND - bn. later, dat naderhand komt: de volgende dag; het volgende gesprek, dat nog komen zal.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: