Wat is de betekenis van volgend?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Volgend

bn., die of dat na iets of iem. komt: de volgende dag ; de volgende patiënt; het volgende gesprek, dat nu verhaald zal worden ; — zelfst.: het volgende, wat volgt.

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

volgend

volgend - Bijvoeglijk naamwoord 1. dat later komt Volgend jaar, de volgende'' auto. volgend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanvolgen

2025-07-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

volgend

volgend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: vol-gend 1. wat erna komt ♢ dinsdag was ik ziek maar de volgende dag was ik weer beter 1. tot de volgende keer [de keer na deze keer] ...

2025-07-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Volgend

adj., folgjend; -e keer, oare kear; de -e morgen, dag, week, de oare moarns, deis, wyks; -e week, (yn) nije wike; - jaar, takomme, (o)ankomme jier.

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

volgend

1. bn. (naderhand komend): de volgende bladzijde; de volgende dag; volgend op; 2. zn. volgende, o.: ik geef u het volgende in overweging.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

volgend

('volgənt) bn. later, naderhand komend : –e maand. Syn. →: aanstaande.

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Volgend

bn., 1. die of dat erna komt: de volgende patiënt; zelfst.: het volgende, wat volgt; 2. verder: de dan volgende ontwikkeling.

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VOLGEND

VOLGEND - bn. later, dat naderhand komt: de volgende dag; het volgende gesprek, dat nog komen zal.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-29
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)