Wat is de betekenis van volbouw?

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

volbouw

volbouw - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volbouwen ♢ Ik volbouw 2. gebiedende wijs van volbouwen volbouw! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volbouwen volbouw je?...