Wat is de betekenis van voetlicht, voetenlicht?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

voetlicht, voetenlicht

(1904) (Barg.) opening onder of naast gordijn. • Ik keek door het „voetenlicht" (het venster) naar binnen en „snofde" of „knijnsde" (kijken) en zag, dat mijn „nekeive" (vrouw of' meid) met een „goosse" (persoon) in de „poppekast" (debedstee) „steunde" (staan). (A. Aletrino: Handleiding bij de studie de...

Gerelateerde zoekopdrachten