Vliezig
bn. (-er, -st), 1. op een vlies gelijkend, vliesachtig ; — (plantk.) dun, meestal doorschijnende, niet groen: vliezige bladeren, vruchten, wortels; 2. met vliezen doorweven. VLIEZIGHEID, v.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. (-er, -st), 1. op een vlies gelijkend, vliesachtig ; — (plantk.) dun, meestal doorschijnende, niet groen: vliezige bladeren, vruchten, wortels; 2. met vliezen doorweven. VLIEZIGHEID, v.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
('vli:zəch) bn. en bw. (-er, -st) 1. vliesachtig. 2. met vliezen. 3. Plantk. dun doorschijnend en niet groen ; -e bladeren.
J.H. van Dale (1898)
VLIEZIG - bn. (-er, -st), met vliezen; vliesachtig; (plantk.) dun, meestal doorschijnende, niet groen: vliezige bladeren, vruchten, wortels. VLIEZIGHEID, v.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: