vleesberg, vleeshoop, vleesklomp
(1952) (scheldw.) dikkerd. • 'Je moet het niet zo tragisch nemen,' zei Tsjecho stilletjes. Hij had porseleinen ogen en hij kwijlde. 'Neen, hè, vleesklomp? Het is geen tragiek op je maat, hè?' (Hugo Claus: De hondsdagen. 1952) • Wat was nu dat heel gevarieerde? Wel, paardesport, Jan van Hillo, de vleesklomp Kojak benevens e...