Wat is de betekenis van Vlaswiek?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vlaswiek

v. (-en), bundeltje gezwingeld vlas ; (bijb.) blus de rokende vlaswiek niet uit (Jes. 42 : 1), doofde ijver niet waar die zich toont.

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vlaswiek

v. vlaswieken (bundeltje gezwingeld vlas), Bijbel: blus de rokende vlaswiek niet uit, dood niet het leven, de ijver, druk den zedelijk zwakke niet neer, maar steun hem.

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vlaswiek

v. (-en) bundeltje gezwingeld vlas: Bijb. blus de rokende niet uit, doof de ijver niet, druk de zedelijk zwakke niet neer, maar steun hem.

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vlaswiek

v./m. (-en), bundeltje ineengedraaid gezwingeld vlas.