Wat is de betekenis van viz?

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Viz

zie: videlicet

2025-07-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

viz

namelijk, te weten.

2025-07-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

viz

= videlicet, (Lat.) namelijk, te weten.

2025-07-25
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Viz

= videlicet Lat., namelijk.