Wat is de betekenis van Viskoper?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Viskoper

m. (-s).

2025-07-28
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Viskoper

Simon; geb. Den Haag 16 januari 1856, overl. Den Haag 19 mei 1929. Woonde en werkte aldaar. Lithograaf en tekenaar.Scheen 1970.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

viskoper

m. viskopers (vishandelaar).