Wat is de betekenis van visitator?

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

visitator

visitator - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) iemand die een (kerk)visitatie uitvoert Woordherkomst Naamwoord van handeling van visiteren met het achtervoegsel -ator

2025-07-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Visitator

[modern kerk. Lat.] pers. die kerk. visitatie verricht.

2025-07-26
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Visitator

degene, die → visitatie doet. Apostolisch Visitator zijn geestelijken, doorgaans bisschoppen, die door den → Apostolischen Stoel gezonden worden naar een kerkressort of land, ten einde er de heerschende toestanden aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen.

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Visitator

m. (-s, -en), met visitatie belast persoon: apostolisch visitator.

2025-07-26
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Visitator

met de kerk-inspectie belaste geestelijke.