Wat is de betekenis van vishandelaar?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vishandelaar

m. (-s), groothandelaar in vis.

2025-07-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

vishandelaar

visverkoper. iemand die voor zijn beroep vis verkoopt; visverkoper. Voorbeelden: De vishandelaar kan u [...] vertellen welke vissoorten die dag [...] 'zeevers' zijn aangevoerd. http://members.home.nl/vismarkt/gezond.htm Kenmerkend voor deze vishandelaren is dat men wekelijks met de verkoopwagen op meerdere plaatsen...

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vishandelaar

m. vishandelaars, vishandelaren (iem., die [in ‘t groot] in vis handelt).

2025-07-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-07-28
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press