Wat is de betekenis van Visgrond?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Visgrond

m. (-en), plaats in zee waar men pleegt te vissen.

2025-07-28
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

visgrond

(de, -en), gebied van een verlaten plantage (A.1), thans ingericht voor de visteelt. Van Wederzorg werd ik overgeplaatst naar de plantage Barbados in de Warappekreek een toenmaals bloeiende koffie- en bananenplantage. Helaas, wie herinnert zich nog Barbados? Ze bestaat misschien nog alleen als een visgrond (Bartelink 25). - Etym.: Zie de omschrijvi...

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Visgrond

s.; (op zeebodem), fiskgroun, fisknamige groun; geen —, har(r)ige groun.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

visgrond

m. visgronden (plaats in de zee, waar de vis zich ophoudt).

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

visgrond

m. (-en) grond, plaats in de zee, waar veel vis wordt aangetroffen.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Visgrond

m. (-en), plaats waar zich veel vis ophoudt en waar gevist kan worden. Bekende visgronden in de Noordzee zijn: Duitse Bocht, Doggersbank, Fladengrond en Grote Vissersbank.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)