Wat is de betekenis van VISEEREN?

2025-07-28
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Viseeren

het aanbrengen v/e → visum o /e paspoort; ook: iets v. „gezien" teekenen (geleibrief, enz.).

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

viseeren

viseeren - van een „visa” voorzien ; voor gezien teekenen;assen nakijken; mikken ; bedoelen; ijken; meten met een viseerstok.

2025-07-28
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Viseeren

Viseeren - voor gezien teekenen.

2025-07-28
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Viseeren

afteekenen; voor ,,gezien” teekenen. Nazien; ijken; ook mikken, beoogen.

2025-07-28
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Viseeren

Fr, goedkeuren, voor gezien teekenen.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VISEEREN

VISEEREN - (viseerde, heeft geviseerd), goedkeuren (eene akte enz.) door er gezien {vu, visa) onder te plaatsen; met één oog langs een vlak, langs palen enz. zien om over de vlakte of rechtlijnigheid te kunnen oordeelen; mikken met een boog of vuurwapen; beoogen; roeien, peilen (met den viseerstok).

2025-07-28
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

viseeren

viseeren - bw. gel., nazien, bekrachtigen, het visa plaatsen (op eenen pas enz.); (fig.) doelen; streven naar

Gerelateerde zoekopdrachten