viseer
viseer - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van viseren ♢ Ik viseer 2. gebiedende wijs van viseren ♢ viseer! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van viseren ♢ viseer je?
Wiktionary (2019)
viseer - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van viseren ♢ Ik viseer 2. gebiedende wijs van viseren ♢ viseer! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van viseren ♢ viseer je?
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: