Wat is de betekenis van Visé?

zie visa.

(VI.: Wezet), gem. in België, prov. Luik. 622 ha, 4855 inw. Toeristencentrum. In W.O. I zwaar geteisterd.

(Vlaams: Wezel), Waalse taalgrensstad in de provincie Luik, ligt aan de Maas en het kanaal Luik - Maastricht, op golvende kalk- en leembodem, 622 ha, en telt (1951) 5432 inw. Er zijn kalkovens, landbouw, scheepswerven, voeding- en leernijverheid. Van de gde-i3de eeuw was het een belangrijk marktcentrum. Het werd omwald in 1330 door de prins-...

stad i/d Belg. prov. Luik, 4300 inw.; grensstation, handel en nijverheid. In Aug. 1914 werd deze plaats d ;d dóórtrekkende Duitsche troepen bijna geheel m/d grond gelijk gemaakt; na den oorlog herbouwd

(Vl.: Wezet), stadje in het N. van de prov. Luik; opp. 622 ha, ca. 7000 inw. (vnl. Kath.). V. ligt aan de Maas. Landbouw, veeteelt, steengroeven. Toeristisch centrum. Stadhuis uit de 17e eeuw. Verbouwde kerk met reliekschrijn van St. Hadelin; bedevaartplaats (kapel van Lorette). Visé was een stadje met uitgebreide vrijheden, het heeft een z...

Ned. Wezet [msch. Mned. wese, weiland] stad in de provincie Luik, 622 ha 4661 inw. Landbouw.

(Ned.: Wezet), Belg. gemeente in de prov. en het arr. Luik, 43,92 km2, 10718 inw. Visé heeft een verzorgende functie voor de directe omgeving. De industriële tewerkstelling ligt vooral in de bouwen voedingsnijverheid. Het landbouwareaal (leemen stenige leemgronden) is voor 30 % weiland, voor 20 % boomgaard en voor 50 % akkerland. Vis&ea...