Vingerling
m. (-en), 1. sluifje, vingerovertrek: een leren vingerling; 2. ouderwetse, brede ring ; 3. open vingerhoed der kleermakers ; — 4.(waterb.) tijdelijk gelegde dam om daarachter een sluis aan te leggen ; afdamming achter een dijk tot sluiting van een doorbraak. VINGERLINGETJE. o. (-s).