Wat is de betekenis van vindiceer?

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vindiceer

vindiceer - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vindiceren ♢ Ik vindiceer 2. gebiedende wijs van vindiceren vindiceer! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vindiceren vindiceer...