Wat is de betekenis van Vinca?

Vinca L. [C. Linnaeus], - afkorting van vincapervinca, oude Lat. naam voor den maagdenpalm.

Vinca - Verwijst naar een Neolithische stijl en cultuur die zich voordeed in Oost-Europa in het 5de millennium v. Chr., en die is genoemd naar eenarcheologische vindplaats in Servië, langs de Donau. De stijl kenmerkt zich vooral door de vervaardiging van losstaande beelden van mensen en dieren van klei.

oude Lat. pltn. voor de maagdenpalm

fam. Apocynaceae, maagdenpalm. Altijdgroene struikjes, waarvan de bloemen een radvormige kroon bezitten. Algemeen in cultuur is de inlandse V.minor L. met kruipende stengels; talrijke vormen met blauwe, rosé en witgekleurde, ook gevulde bloemen of met bonte bladeren zijn bekend. Deze soort wordt veel gebruikt op beschaduwde plaatsen.

erba vinca, maagdepalm.

➝ Maagdepalm.

Vinca - plantengeslacht der Apocynaceeën, met 5 soorten in Europa en W.-Azië. Inheemsch is V. minor, de Maagdepalm, een onzer fraaiste groenblijvende plantjes voor bodembedekking op beschaduwde vochtige plaatsen. Zij heeft langwerpig ovale, tegenoverstaande, glimmende, aan de onderzijde lichter groene blaadjes, tot 4 c.M. lang, aan tweeërlei stenge...

plantengeslacht uit de familie Apocynaceae, met een 12-tal soorten groenblijvende planten inheems in Eurazië, bij voorkeur in gematigd-warme klimaten. De bladeren zijn gaafrandig, tegenoverstaand, leerachtig, glimmend. Bloem groot, met platte zoom, 5-slippig. In de Benelux komt voor Vinca minor, kleine maagdenpalm (blauw, zelden wit, soms bon...

L., plantengeslacht der fam. Apocynaceae, kleine struiken met ovale of lancetvormige, glanzende, altijd groene bladeren en trechtervormige bloemkroon met uitgespreiden zoom. In Nederland groeit in ’twild: V. minor L., maagdepalm, met blauwe bloemkroon. Als sierplant kweekt men V. major L., in alle deelen grooter dan de voorgaand...