Wat is de betekenis van VIJFVOUD?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vijfvoud

o. (-en).

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vijfvoud

enz. → achtvoud enz.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VIJFVOUD

VIJFVOUD - o. (-en), vijfmaal iets genomen; ...VOUDIG, bn. ...WERF, bw. vijfmaal.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)