Wat is de betekenis van Vijfhoek?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vijfhoek

m. (-en), I. (meetk.) figuur met vijfhoeken ; 2. zeester, een weekdier.

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vijfhoek

vijfhoek - Zelfstandignaamwoord 1. (wiskunde) een geometrische tweedimensionale vorm, bestaande uit vijf hoeken en derhalve ook vijf zijden Woordherkomst samenstelling van vijf en hoek Verwante begrippen punt, lijn, driehoek, vierkant, zeshoek, cirkel, gulden snede, pentagram, regelmatige vijfhoek, geometrie, meetkund...

2025-07-29
Jargon & Slang van Politici

Marc De Coster (2017)

Vijfhoek

Vijfhoek - de ministers van economische zaken, financiën en sociale zaken (de zgn. driehoek), samen met die van binnenlandse zaken en de premier.

2025-07-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vijfhoek

vijfhoek - zelfstandig naamwoord uitspraak: vijf-hoek 1. vorm met vijf hoeken, omgeven door vijf even lange rechte lijnen ♢ het gebouw had de vorm van een vijfhoek Zelfstandig naamwoord: vijf-hoek de vijfhoek...

2025-07-29
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Vijfhoek

Vijfhoek - de ministers van Economische Zaken, Financiën en Sociale Zaken, samen met die van Binnenlandse Zaken en de premier. → kijfhoek, zeshoek. Vijfhoek: de ‘driehoek’ (= Commmissie met de ministers van Binnenlandse Zaken, Justitie en Financiën om bestuurlijke zaken te bespreken) plus de minister van Binnenlandse Zaken en de premier. Marco Bung...

2025-07-29
Politiek woordenboek

Marco Bunge (1985)

Vijfhoek

De ‘driehoek’ (zie aldaar) plus de minister van Binnenlandse Zaken en de premier.

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vijfhoek

m. vijfhoeken (figuur met 5 zijden).

2025-07-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Vijfhoek

→ Veelhoek.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vijfhoek

(’vijf) m. (-en) I. Eig. Meetk. figuur met vijf hoeken. II. Metn. iets in de vorm van een vijfhoek nl. 1. vijfhoekige citadel. 2. vijfhoekige zeester.