Wat is de betekenis van viervoeter?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Viervoeter

m. (-s).

2025-07-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

viervoeter

viervoeter - zelfstandig naamwoord uitspraak: vier-voe-ter 1. dier met vier poten ♢ met viervoeters bedoelt men meestal honden en paarden 1. zijn trouwe viervoeter [zijn paard] Algem...

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

viervoeter

m. viervoeters (viervoetig dier: paard, hond).

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

viervoeter

m. (—s) viervoetig dier.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Viervoeter

m. (-s), 1. viervoetig dier in het algemeen; 2. vers van vier voeten.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VIERVOETER

VIERVOETER - m. (-s), viervoetig dier. |

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)