Vierpas
m. (-sen), vgl. driepas.
Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)
Een vierpas is een versierende vorm (1) in het gotische (zie gotiek) maaswerk (2); naar het aantal cirkelsegmenten spreek je van drie-, vier-, vijf-, zes-, of veelpas.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jan Durdik en anderen (1970)
gotisch ornament, bestaande uit vier halve cirkels op de zijden van cen vierkant geslagen, omsloten door een cirkel.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-sen), gotisch maaswerk van vier uit het midden van de zijden van een vierkant elkaar snijdende cirkels, waarvan de segmenten tussen de snijpunten zijn weggenomen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: