Wat is de betekenis van vierhändig?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vierhandig

bn., 1. vier handen hebbend : de vierhandige zoogdieren, de apen enz. ; 2. voor vier handen (van piano- en orgelmuziek); 3. (bw.) met vier handen.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vierhandig

vierhandig - Bijvoeglijk naamwoord 1. als je ergens vier handen voor nodig hebt, in het bijzonder bij pianospelen en orgelspelen De broertjes gaven een vierhandig pianoconcert. Woordherkomst afleiding van vier en hand met het achtervoegsel -ig Synoniemen quatre-main

2025-07-28
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

vierhändig

vierhandig; als quatre-mains.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vierhandig

('vi:r) bn. 1. Algm. met vier handen : de aap is een zoogdier. 2. Muz. met vier handen te spelen : een pianostuk.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vierhandig

bn., voor vier handen (van piano-en orgelmuziek).

2025-07-28
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Vierhandig

Vierhandig, bn. met vier handen. *...HOEK, m. (-en), (meetk.) dat vier hoeken heeft; trapezium. -IG, bn. met vier hoeken. *...HONDERDSTE, bn. en o. *...HOORNIG, bn. met vier horens.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)