Wat is de betekenis van vierderangs?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vierderangs

bn. (praedieat. en in samenst.), van de vierde rang, minderwaardig, slecht: een vierderangshotel.

2025-07-24
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

vierderangs

(de, -), hulponderwijzer( ), dat is de laagste van de sedert 1934 drie bestaande onderwijzersrangen. Typisch zo’n kerel, brillend, met kalende kop. Eentje waarvan iedereen geloofde dat hij zijn geleerdheid verworven had. Maar die 't nie te gebruiken wist. En die 't nooit gebruikt had! Getuige 't feit dat hij altijd maar vierder...

2025-07-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

vierderangs

v/d vierde rang, gehalte; minderwaardig.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vierderangs

('vi:rdə) bn. van de vierde rang, minderwaardig : een -e scheepshut.

Gerelateerde zoekopdrachten