Vierderangs
bn. (praedieat. en in samenst.), van de vierde rang, minderwaardig, slecht: een vierderangshotel.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. (praedieat. en in samenst.), van de vierde rang, minderwaardig, slecht: een vierderangshotel.
J. van Donselaar (1936)
(de, -), hulponderwijzer( ), dat is de laagste van de sedert 1934 drie bestaande onderwijzersrangen. Typisch zo’n kerel, brillend, met kalende kop. Eentje waarvan iedereen geloofde dat hij zijn geleerdheid verworven had. Maar die 't nie te gebruiken wist. En die 't nooit gebruikt had! Getuige 't feit dat hij altijd maar vierder...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: