Vierdaags
bn., 1. vier dagen oud ; 2. vier dagen durend : de vierdaagse zeeslag (van II—14 Juni 1666) ; de vierdaagse afstandmarsen, ook kortweg (zelfst.) de Vierdaagse genoemd.
Wat is de betekenis van Vierdaags?
(uitgelicht)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal
M. J. Koenen's (1937)
vierdaags
bn. (vier dagen oud, durend): de vierdaagse zeeslag, 11-14 Juni 1666; een vierdaags examen; de vierdaagse, nl. (afstandsmarsen)wedstrijd gedurende 4 dagen.
Modern Woordenboek
Jozef Verschueren (1930)
vierdaags
(‘vi:r) bn. 1. vier dagen oud : brood. 2. vier dagen durend : een eksamen ; -e afstandsmarsen.
Gerelateerde zoekopdrachten