Wat is de betekenis van verzögern?

2025-07-28
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

verzögern

vertragen, met iets talmen, uitstellen, vertreuzelen, versloffen; sich verzögern, vertraging hebben, lang duren; verzögerte Bewegung, vertraagde beweging.

Gerelateerde zoekopdrachten