Wat is de betekenis van vertippelaar?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

vertippelaar

(1946) (Barg.) verrader. Syn.: brieselaar*; loenenaar*; mozer*; rottenaar*; sliegenaar*; verkleffer*; verknoester*; verloenenaar*; versliegeraar*; zanger*; zapo*. • Toen vroeg hij aan David: 'Is dat dan geen vertippelaar?' (H. van Aalst: Onder martieners en bietsers. 1946) • (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van ra...

2025-07-28
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

vertippelaar

(Bargoens) verrader, informant van de politie. Is dat dan geen vertippelaar? (H. van Aalst, Tussen martieners en bietsers, 1946)

Gerelateerde zoekopdrachten