Wat is de betekenis van versperring?

v. (-en), 1. het versperren, afsluiting (door belemmeringen); 2. wat dient om te versperren, kunstmatig beletsel van de doorgang, inz. ten einde een vijand te verhinderen een bepaalde terreinstrook of zeker vaarwater te bezetten of te passeren.

versperring - Zelfstandignaamwoord 1. iets wat de toegang tot een voorwerp, gebouw of weg belemmert Woordherkomst Naamwoord van handeling van versperren met het achtervoegsel -ing

v. versperringen (het versperren; dat, wat verspert).

aan palen gespijkerd prikkeldraad vóór de loopgraven, → Spaansche ruiters, enz., dienende o/e eventueelen stormaanval te bemoeilijken en te breken.

v. (-en) 1. Eig. het versperren. 2. Metn. wat verspert : een van prikkeldraad.

v. (-en), afsluiting, het versperd-zijn; (psychologie) plotseling stilstaan van de gedachtengang, meestal onder invloed van affecten; (milit.) kunstmatig beletsel.

in T algemeen eene hindernis voor de beweging van personen, dieren of voorwerpen. In militairen zin: kunstmatig aangebrachte beletselen, ten einde den vijand te verhinderen een bepaalde terreinstrook of zeker vaarwater te bezetten of te passeeren. In sommige gevallen kan een rivier, een gebergte enz, een ,,natuurlijke’’ versperring vorm...

Versperring (Eene) is eene afsluiting van balken, aarde, steenen en voorwerpen van allerlei aard, om het naderen of binnendringen van den vijand te beletten.

...