vermoeren
(19e eeuw) (inf.) bederven; stuk maken; verknoeien. • In de haven van Rotterdam leerde Paul Rosenmoller hoe 'je balen rijst sjouwt zonder je rug te vermoeren'. (de Volkskrant, 07/02/1998) • Impressie van een zoutvoorlichting in Slappeterp. onwaardig hun optreden, woorden omkledend, nietszeggend en schuw de samenkomst vonden ze storend, '...